Eerste financiële tussenrapportage 2020

Risico's door COVID-19 crisis

Risico's door COVID-19 crisis

De huidige crisis heeft grote impact op alle inwoners, bedrijven en instellingen. De huidige crisis raakt veel beleidsterreinen van onze organisatie. In dit hoofdstuk schetsen we een eerste beeld van de financiële risico’s op de diverse beleidsterreinen. We monitoren onzer risico’s en die van onze partners voortdurend. Onze organisatie loopt geen risico voor de continuïteit. We bewaken onze liquiditeitspositie goed en nemen zo nodig maatregelen om onze taken gedurende deze crisis zo goed mogelijk te blijven uitvoeren.

Algemeen kader ondersteuningsmaatregelen
Ter ondersteuning van inwoners, bedrijven en instellingen sluiten we zo veel mogelijk aan bij de landelijke regelingen van het kabinet. Vervolgens kijken we naar provinciale regelingen, banken en branche-organisaties. Ook kijken we naar onze eigen rol. Bewust in deze volgorde. Uitgangspunt daarbij is dat we zo veel mogelijk het zorglandschap en economische/ maatschappelijke infrastructuur in stand houden. We willen een stabiele partner zijn, maar geen onverantwoorde wissel trekken op de toekomst. We volgen in principe landelijke VNG adviezen en stemmen regionaal af, tenzij we belangrijke redenen zien om daarvan af te wijken. Vanuit het principe “samen staan we sterk” pakken we deze crisis aan.

Belangrijke risico’s Zorg en Welzijn

  • Kosten Wmo, jeugd, leerlingenvervoer en Regiotaxi

We hebben afspraken gemaakt over de doorbetaling van Wmo-aanbieders. Daarmee voorkomen we financiële problemen bij zorgaanbieders en zorgen we voor behoud van het zorglandschap. Op regionaal niveau is hetzelfde gedaan voor aanbieders van jeugdhulp. Er zijn ook afspraken gemaakt over betalingen aan de aanbieders van leerlingenvervoer en de Regiotaxi. We monitoren de dienstverlening van al deze aanbieders.
Het Rijk heeft op onderdelen aangekondigd dat er een compensatieregeling komt voor meerkosten die de gemeenten maken door de coronacrisis. De regeling wordt nog verder uitgewerkt. Dat betekent dat we nu nog niet weten wat er wordt verstaan onder meerkosten en in welke mate we deze vergoed krijgen. De exacte effecten van de gemaakte afspraken en mogelijke compensatie is op dit moment dus nog onduidelijk.

  • Beschermd wonen

Ook voor beschermd wonen is het moeilijk te voorspellen wat de gevolgen van de coronacrisis zijn. Naar verwachting zullen de instroom en uitstroom stagneren. Daardoor kunnen we te maken krijgen met een tekort op het aantal plaatsen.

  • Inkoop jeugdhulp in 2021

De aanbesteding van jeugdhulp vanaf 2021 is vanwege de corona- crisis stopgezet. In de huidige omstandigheden was het niet haalbaar de inkoopprocedure door te laten gaan en op een zorgvuldige manier af te ronden. De Aanbestedingswet biedt de mogelijkheid een spoedprocedure te volgen voor de inkoop van jeugdhulp in 2021. Hiermee kunnen we zorgen dat we voldoende jeugdhulp contracteren en jeugdhulpaanbieders voldoende zekerheid bieden voor 2021. Daarmee waarborgen we de  continuïteit van zorg voor jeugdigen. We proberen zoveel mogelijk elementen van de nieuwe inkoop mee te nemen in de contractering voor 2021. We verwachten dat de spoedprocedure binnen de geraamde projectkosten voor 2020 uitgevoerd kan worden. In juni verwachten we duidelijkheid over de uitkomsten van de spoedprocedure. Dan wordt ook duidelijk of er gevolgen zijn voor het budgettair kader 2021 en/of de financiële vertaling daarvan naar individuele gemeenten. Eind 2020 start de aanbestedingsprocedure voor de inkoop van jeugdhulp vanaf 2022.

  • Kosten Wmo-voorzieningen

In de afgelopen jaarrekening zagen we een kostenstijging bij de huur van vervoersvoorzieningen en de huur van rolstoelvoorzieningen. We verwachten dat deze stijging structureel is. Dat komt doordat mensen steeds langer thuis blijven wonen en ouder worden. Of we op de totale uitgaven aan Wmo-voorzieningen een overschrijding gaan zien hangt vooral af van de kosten voor woningaanpassingen. Deze kosten zijn altijd moeilijk te voorspellen. In 2019 waren ze hoog, in de 4 jaren daarvoor waren ze een stuk lager. Daarom hebben we in deze eerste financiële tussenrapportage geen 3O-ontwikkeling gemeld. We monitoren de uitgaven richting de programmabegroting. Daar komt nu bovendien nog de impact van de coronacrisis bij. We kunnen het effect daarvan op de uitgaven aan Wmo-voorzieningen niet voorspellen. Sinds de coronacrisis zien we in zijn algemeenheid sterke schommelingen in het aantal aanvragen voor voorzieningen. We weten nog niet hoe lang dat zo blijft en hoe het aantal aanvragen zich in de rest van het jaar ontwikkelt.

  • Tijdelijk niet innen eigen bijdrage WMO

De minister heeft in april besloten om de eigen bijdragen voor de maanden april en mei collectief niet te innen. Dit in verband met de coronacrisis. Dit geldt voor alle Wmo-clienten, behalve de cliënten met de voorzieningen beschermd wonen intramuraal en opvang. De VNG is met het rijk in gesprek over compensatie van gemeenten voor de gederfde inkomsten over deze 2 maanden.

Belangrijke risico’s Werk, inkomen en onderwijs

  • Schuldhulpverlening

Voor schuldhulpverlening kunnen we verwachten dat er na normalisering van de situatie een hoos aan aanvragen gaat komen. Veel inwoners worden geconfronteerd met een inkomensval, die vanwege de te verwachten economische crisis langer zal aanhouden. Aan het huidige gedoogbeleid bij veel schuldeisers zal dan een eind komen. Dat betekent dat mensen vanaf dan moeten inlopen op hun betalingsverplichtingen. Het is nu moeilijk te voorspellen hoeveel mensen dit gaat raken en wie hierdoor in de problemen gaan komen. Dat er gevolgen komen voor de inwoners die nu al in een schuldhulpverleningstraject zitten spreekt voor zich.
Bij een toename van ons werk zullen we dit zoveel mogelijk met de bestaande capaciteit proberen op te vangen. Wanneer dat niet lukt ontstaan wachtlijsten. Mogelijk moeten we onze formatie tijdelijk uitbreiden om dit op te kunnen vangen. Daarnaast kan het ook zijn dat we te maken krijgen met een groter beroep op het garantiefonds voor schuldhulpverlening.

  • Stijging aantal bijstandsuitkeringen

In 2020 zal het aantal bijstandsuitkeringen weer stijgen. Door de maatregelen rondom het coronavirus zal de economie een flinke klap krijgen. Dit zal leiden tot extra instroom in de bijstand van ondernemers die een beroep doen op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en van mensen die tijdelijk werk hadden en geen WW-rechten hebben opgebouwd. Deze laatste groep kan bijstand aanvragen als zij geen andere bestaansmiddelen hebben om op terug te vallen. Voor veel werklozen zal gelden dat zij eerst een beroep kunnen doen op de WW waardoor het effect op de bijstand pas later zichtbaar wordt. De hoogte van het effect op de bijstand en het aantal uitkeringen is op dit moment moeilijk in te schatten.

  • Stijging bijzondere bijstand

We verwachten een stijging van het aantal inwoners met een laag inkomen. Hierdoor zal een verhoogd beroep op bijzondere bijstand gedaan worden. De hoogte van het effect op de bijzondere bijstand is op dit moment moeilijk in te schatten.

  • Daling inkomsten BUIG en bijzondere bijstand

In 2020 verwachten we dat de inkomsten op de BUIG en bijzondere bijstand gaan afnemen. We verwachten minder schulden te kunnen innen door de maatregelen t.g.v. het coronavirus waarin we coulanter zijn naar onze debiteuren. Daarnaast is vanaf 2020 de beslagvrije voet gestegen van 90% naar 95% met als gevolg dat we minder beslag kunnen leggen op het inkomen om schulden te kunnen innen. De hoogte van het totaal effect is op dit moment moeilijk in te schatten.

  • Daling lasten loonkostensubsidie

We verwachten dat we als gevolg van de coronacrisis minder plaatsingen gaan realiseren. Dat betekent dat we dan minder BUIG-budget aan loonkostensubsidie gaan uitgeven. Aan de andere kant verwachten we dat het uitkeringenbestand gaat stijgen door hogere instroom (zoals hierboven beschreven). Verder verwachten we een lagere uitstroom door minder plaatsingen, waardoor we weer meer BUIG-budget nodig gaan hebben.
De hoogte van het effect op de lasten van de loonkostensubsidie en het BUIG-budget is op dit moment moeilijk in te schatten.

  • Noodopvang kinderopvang / peuteropvang

Vanuit de kinderopvang en het onderwijs voorzien we de volgende risico’s, waarvan we op dit moment nog geen bedragen kunnen inschatten.

  • Compensatie kosten noodopvang kinderen van ouders met cruciale beroepen en in vitale sectoren. De noodopvang voor deze groep kinderen is voor ouders gratis. De kinderopvanginstellingen en gastouders registreren dit en brengen dit volgens landelijke afspraken bij de gemeenten in rekening. Waar mogelijk, verrekenen kinderopvanginstellingen en gastouders dit met het reguliere gebruik door ouders. Er zijn immers ouders die al voor de Corona-maatregelen gebruik maakten van kinderopvang en daar van de belastingdienst al een toeslag voor kregen (de Kinderopvangtoeslag, KOT). De VNG is met het Ministerie van SZW in overleg over de compensatieregeling.
  • Compensatie van ouders die gebruik maken van de gemeentelijk gesubsidieerde peuteropvang, voorschoolse educatie en/of de Regeling Maatwerk Kinderopvang (SMI). Hiervoor krijgen gemeenten extra middelen vanuit het Rijk. Maar het is onzeker of de middelen toereikend zijn. Ook dit is afhankelijk van de onderhandelingen tussen de VNG en Ministeries.
  • De kosten voor gebruik van de tolkendienst voor de kinderopvang, het primair- en voortgezet onderwijs.
  • Voor leerlingenvervoer verwachten we vooralsnog geen extra kosten. Voor zover wij zien, is het aantal kinderen dat in deze Corona-periode vervoerd wordt laag. Dit past binnen de (aangepaste) lump-afspraken.

Belangrijke risico’s Ontmoeten, sport en cultuur

  • Algemeen

Door de opgelegde tijdelijke sluiting lijden gemeentelijk gefinancierde culturele organisaties en niet gesubsidieerde culturele organisaties die veelal draaien op vrijwilligers schade doordat inkomsten uit kaartverkoop, verhuur, winkel en horeca wegvallen. Deze maken een substantieel en steeds groter deel uit van hun inkomsten. Deze schade wordt nog niet ondervangen door het huidige pakket aan nood- en steunmaatregelen dat het kabinet aanbiedt.
De huidige ondersteuning is gericht op:

  • Uitstel van huurbetalingen tot 1 juni 2020
  • Uitstel van betalingen rente en aflossingen van leningen maatschappelijke organisaties tot 1 juni 2020
  • Verzoeken aan beheerorganisaties om ook uitstel van betaling huur te doen tot 1 juni 2020
  • We betalen subsidies uit ook als daar de maatschappelijke activiteiten nu niet voor uitgevoerd worden
  • Voor (eenmalige) evenementen betalen we (een gedeelte van) de subsidie uit als er al reële kosten gemaakt zijn
  • Waar nodig kunnen we op verzoek een voorschot geven op subsidies (versneld uitbetalen 3e kwartaal 2020)
  • Als vrijwilligersorganisatie in directe financiële problemen geraakt, kunnen we zo nodig ook extra krediet in de vorm van een lening verstrekken.

Pas later gaan we bepalen wat onze ondersteuning definitief is. Dit als de effecten vanuit de crisis duidelijker zijn. Bovenstaande maatregelen heeft voor de gemeente vooral het effect dat we later geld ontvangen en mogelijk sneller geld uitgeven. Dit financieren we door kortlopend geld aan te trekken op de geldmarkt.

  • Culturele instellingen

De financiële gevolgen van de coronacrisis voor de professionele cultuurinstellingen zijn nu nog niet inzichtelijk te maken. Inkomsten van bezoekers, cursisten en deelnemers komen nu niet of nauwelijks binnen, de vaste kosten lopen wel door. Zowel voor de Lievekamp, Muzelinck, Groene Engel, Museum Jan Cunen als de Bibliotheek zal deze som verschillend uitpakken.  Medio april is de Kamerbrief 'Aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector' bekend gemaakt. Het gaat om een noodpakket van € 300 miljoen, deels bestaande uit:

  • subsidies voor door het Rijk meerjarig gesubsidieerde organisaties, de 6 rijkscultuurfondsen plus en voor cruciale podia, musea, filmtheaters;
  • leningen voor opengestelde monumenten en de commerciële sector.                                                   

De verdeling van dit pakket is nu nog onbekend, maar de regeling lijkt voor de Oss culturele instellingen weinig soelaas te bieden. Daarnaast is nu nog niet duidelijk hoe straks de maatregelen uitvallen om de verschillende sectoren weer op te starten. Het ‘1,5 meter’ concept lijkt voor de exploitaties van deze instellingen een moeilijk uitvoerbaar concept, dat bedrijfseconomisch lastig haalbaar is.

  • Golfbad Oss

Ook het Golfbad heeft de deuren moeten sluiten. In de begroting 2020 is een raming van ca. € 2,0 miljoen geraamd voor zwemopbrengsten. Als gemeente subsidiëren we ca. € 1,6 miljoen. Het Golfbad maakt gebruik van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). Dit is de regeling die werkgevers ondersteunt met tenminste 20% omzetverlies door corona. Wat de daadwerkelijke financiële gevolgen voor het Golfbad zijn is nu nog niet te zeggen.

  • Omroep Maasland

De Omroep heeft sinds maart 2020 te maken met een grote terugval in advertentie-inkomsten. Zo lang de coronacrisis duurt zal deze ook zeker aanhouden. Hoe groot de totale terugval in inkomsten zal zijn is nu nog niet te zeggen. Ze halen jaarlijks ca € 374.000 aan eigen inkomsten op, dat zal waarschijnlijk aanzienlijk terugvallen. De omroep heeft jaarlijks een totaal omzet van afgerond ca. € 800.000. Wij subsidiëren per jaar ca. € 284.000.

  • Kermissen

De opbrengst voor de gemeente van de kermissen bedraagt € 200.000. De kermis in Oss bedraagt 70% hiervan (augustus).  In 2020 zullen deze inkomsten mogelijk dus voor groot deel wegvallen. Er wordt kritisch gekeken welke kosten bespaard kunnen worden om nadeel in 2020 voor de gemeente te beperken.

Belangrijke risico’s Zuinig op ons klimaat

  • Afvalinzameling

Binnen de afvalinzameling zien we een aantal risico’s als gevolg van de huidige crisis:

  • Verwerkingskosten afval: we zien een toenemend aantal bezoekers op het duurzaamheidsplein, een stijging van aanbod van afvalstoffen c.q. grondstoffen, een toename van het huishoudelijk afval, minder omzet bedrijfsafval. Per saldo leidt dit tot een kostenstijging voor nu van circa € 80.000 per maand. Hoe dit de rest van het jaar zich ontwikkelt is onzeker.
  • De inzamelkosten voor oud papier vallen hoger uit. Oud papier wordt ingezameld door vrijwilligers van diverse verenigingen. Een aantal verenigingen hebben aangegeven af te zien van de maandelijkse ophaalronde.  Dit omdat de vrijwilligers tot de risicogroep behoren. Gevolg is dat betaalde krachten van de inzamelaar deze taken uitvoeren. We kijken nog naar mogelijke alternatieven.
  • Kringloopbedrijf: de huidige crisis heeft grote impact op de bedrijfsvoering van het kringloopbedrijf. De kosten blijven grotendeels in stand en de inkomsten vallen voor een groot deel weg. De gemeente is in gesprek over mogelijke aanpak van deze problemen.

Belangrijke risico’s Vitale economie

  • Grondverkopen industrie

De effecten voor de langere termijn voor grondverkopen voor industrie zijn op dit moment niet te voorspellen. We zien op basis van de huidige “harde” plannen in het MPG sowieso een daling van de verkopen, wat het risico op de korte termijn beperkt. Dit met uitzondering van Heesch West. Het opstarten van nieuwe plannen via de taskforce heeft een zodanige langere doorlooptijd dat risico beperkt is.

  • Markten

Gedurende de periode van de corona-maatregelen zijn de weekmarkten omgezet naar versmarkten. Dit betekent dat we minder marktgelden ontvangen vanuit kooplieden met Non-food. Inkomstenderving is ongeveer € 8.000 per kwartaal. Dit is op dit moment nog niet meegenomen als 3 O ontwikkeling.

  • Havengelden

Door de lagere economische activiteiten is het de verwachting dat dit jaar de opbrengst van de havengelden lager zal zijn dan begroot. Hoeveel is op dit moment nog lastig in te schatten. Landelijk roept men nu percentages van 20%. Dit zou voor ons een nadeel betekenen van circa € 25.000 per kwartaal.

Belangrijke risico’s Mobiliteit

  • Parkeren

Door het Corona-virus zien we een sterke terugloop van bezoekers aan de binnenstad. Dit heeft uiteraard effecten voor onze begroting op het gebied van parkeerinkomsten. Besloten is om gedurende de corona maatregelen niet te handhaven op betaald parkeren in het centrum. We schatten in dat de totale gemiste opbrengsten circa € 175.000 per maand bedragen. Dit is nog niet meegenomen als 3 O melding.

Belangrijke risico’s Aantrekkelijk wonen in Oss

  • Grondverkopen woningbouw  

De effecten voor de langere termijn voor grondverkopen voor woningbouw zijn op dit moment niet te voorspellen. We zien op basis van de huidige “harde” plannen in het MPG sowieso een daling van de verkopen, wat het risico op de korte termijn beperkt. Het opstarten van nieuwe plannen via de taskforce heeft een zodanige langere doorlooptijd dat risico beperkt is.

Belangrijke risico’s Organisatie

  • Oss als werkgever

We hadden voor de corona crisis een organisatie waar veel werkdruk en stress werd ervaren. O.a. daardoor hadden we een hoog ziekteverzuim. Nu we thuis werken zien we ook een laag ziekteverzuim. De vraag is of de veranderende werkomgeving gaat leiden tot een betere balans werk/privé, en dit zorgt voor een trendbreuk in het ziekteverzuim. Of dat de veranderende werkomgeving juist zorgt voor meer stress en werkdruk en daardoor meer uitval.
Daarnaast kan het zijn dat we extra kosten moeten maken voor faciliteiten om het werk te continueren, zoals het ondersteunen van digitaal werken en aanpassingen om 1,5 meter afstand van elkaar te kunnen blijven werken.

Belangrijke risico’s Financieel solide

  • Betalingen

Voor alle rekeningen die gemeente Oss op dit moment verstuurd heeft naar bedrijven, inwoners, verenigingen en maatschappelijke organisaties geldt een uitstel van betaling. Dit uitstel van betaling is tot 1 juni 2020. Voor nieuwe rekeningen, geldt een standaard betalingstermijn van 90 dagen in plaats van 30 dagen. Daarnaast betalen we onze eigen facturen zo snel mogelijk. Dit heeft effecten voor onze financiering. Dit lossen we op door onze kasgeldmogelijkheden maximaal te benutten.

  • Belastingen

Op het gebied van belastingen staan de precario- en toeristenbelasting onder druk. Financiële gevolgen voor 2020 en voor de toekomst zijn op dit moment (nog) niet duidelijk.

  • Uitstaande leningen

We hebben verschillende leningen die we direct, of indirect hebben verstrekt, zoals duurzaamheidsleningen, startersleningen, hypotheken, leningen aan stichtingen, etc.. Omdat mensen te maken kunnen krijgen met (deels) wegvallende inkomsten komt het aflossen van deze leningen wellicht onder druk te staan. Voor duurzaamheidsleningen en startersleningen heeft de SvN een betaalpauze ingevoerd.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 06/18/2020 15:38:16 met de export van 06/18/2020 15:37:20