Programma 1. Zorg en Welzijn
1. Wat willen we bereiken?
Het doel van dit programma is beschreven in de programmabegroting. Kern hiervan is dat we graag willen dat al onze inwoners actief deelnemen aan de samenleving. Een belangrijke voorwaarde om mee te kunnen doen is participatie, en vooral het hebben van werk (zie ook programma 2. Werk, inkomen en onderwijs). Daar zetten we dan ook zoveel als mogelijk op in. Uitgangspunt is om aan te sluiten bij de talenten, mogelijkheden en behoeften van inwoners. Aan onze inwoners vragen we om hun leven zoveel mogelijk naar eigen vermogen in de hand te nemen. Wanneer het niet vanzelf gaat, bieden we ondersteuning, zorg en opvang. Deze ondersteuning is gericht op zoveel mogelijk zelf en samen doen.
We kijken integraal naar de problematiek van de inwoners, bijvoorbeeld in een combinatie van zorg, werk, schuldhulpverlening en armoede-ondersteuning. Meer zelfregie bij de inwoner en aansluiting bij de leefwereld vraagt een andere houding en andere manier van werken van professionals. Om te komen tot een integrale oplossing voor de inwoner werken we vanuit de disciplines werk en inkomen, welzijn, zorg, veiligheid, schuldhulpverlening samen. We werken hierbij intensief samen met externe partijen in het veld.
2. Wat zijn de bestaande prioriteiten?
Wij werken in dit programma aan de volgende thema's:
- Jeugdhulp
- Zorg en ondersteuning in de Wmo
- Transformatie beschermd wonen, maatschappelijke opvang en OGGZ (Openbare geestelijke gezondheidszorg)
- Positieve gezondheid en gezondheidsbeleid
- Zorg en veiligheid
3. Wat zijn de belangrijkste knelpunten?
De ambities, prioriteiten en uitvoering staan binnen dit programma onder druk. Door beperkte capaciteit staan met name de volgende acties uit de programmabegroting onder druk:
- Versterken van de toegang en inzet van de sociale teams. De onderzoeken lopen of zijn klaar, de invoering gaat langzaam t.g.v. prioriteit op dienstverlening
- Uitwerking van visie voor laagdrempelig ontmoeten
- Uitvoering van WMO door toename van aantal aanvragen. In de uitvoering is ook extra aandacht gewenst voor kwaliteitszorg.
- Analyse van trends en risico’s stijgende vraag WMO voorzieningen en Jeugd
- Verbeterplan complexe maatwerk casuïstiek
- Realisatie Oplosagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang
- Ervaringen en waardering inwoners WMO ondersteuning, onderzoeken en opzetten jaarlijkse panels sociaal domein
- Maatschappelijke vraagstukken rondom wonen, welzijn en zorg
- Regionale taak uitvoeringsagenda jeugd
- Ontwikkelopdracht lokale teams veiligheid (in samenwerking met Ons Welzijn en andere partners).
Gewenste extra capaciteit | Aantal fte |
Strategische beleidscapaciteit | 2 fte (mogelijke dekking budget beschermd wonen) |
Uitvoering WMO | 6,5 fte |
Bedrijfsvoering (kwaliteit en dashboard) | 2 fte |
12,3 fte |
Daarnaast zien we de grote kostenstijgingen op het gebied van de ondersteuning vanuit Wmo en jeugdhulp, waarbij de betaalbaarheid van deze zorg onder druk staat. Hoe houden we de zorgkosten betaalbaar binnen een sluitende begroting?
4. Wat zijn de effecten en dilemma's door de COVID-19 crisis?
Nu de grootste acute problemen achter de rug (lijken te) zijn dient gekeken te worden wat het aanhouden van de crisis voor effecten teweeg brengt. Denk aan intensievere en langdurige inzet van mantelzorgers, psychische problemen bij kwetsbare doelgroepen, niet beschikbaar zijn van collectieve zorg en ondersteuning. Samen met onze partners bekijken we wat er aan nazorg nodig is.
Bij inwoners en bestuurders leven vragen over COVID-19 in relatie tot omgeving, Q-koorts en luchtkwaliteit. In het maatschappelijk debat worden bovendien publicaties van onderzoeken aangehaald op een manier die een oorzakelijk verband veronderstelt tussen omgevingsfactoren en de mate waarin COVID-19 voorkomt.
De minister van LNV heeft het RIVM formeel gevraag om een voorstel op te stellen voor een onderzoek naar de relatie tussen luchtkwaliteit, veehouderij en COVID-19.
Het overleg tussen de Brabantse GGD-en met het RIVM en het Kennisplatform Veehouderij en humane gezondheid is inmiddels opgestart. We volgen de ontwikkelen en wachten de resultaten van het onderzoek af.
Waar we op in willen zetten:
- De verwachte ‘ zorggolf’; met zekerheid kunnen we stellen dat er een “zorggolf” te verwachten is, door uitstel van zorg en ondersteuning, nazorg, de effecten van lock-down. Hiervoor moeten we intern en met onze partners voorbereidingen treffen.
- De kracht uit de samenleving consolideren; behouden, stimuleren en nog beter ondersteunen. Onze ambitie voor een transitie van zorg en ondersteuning van professionals naar samenleving krijgt meer voedingsbodem. Er zijn veel burgerinitiatieven, mensen helpen elkaar en vinden hierin nieuwe manieren. En mensen vinden het normaal om elkaar op deze manier te helpen. Onze grote uitdaging is om het spontaan ontstane actieve burgerschap vast te houden. We gaan hierover in gesprek met Ons Welzijn en zorgcorporaties.
- Substitutie versterken; mensen en middelen anders inzetten. Meer welzijn minder zorg. De crisis biedt kansen om scherpere keuzes te maken en afspraken met onze welzijn- en zorgaanbieders te herijken. Denk aan laagdrempelig ontmoeten in buurten en wijken tegenover dagbesteding. Voor de zwaardere doelgroep is professionele dagbesteding een noodzaak. Maar er zijn groepen die met lichtere daginvulling in de wijk of buurt geholpen zijn.
5. Wat zijn de aanscherpingen in de prioritering?
We blijven inzetten op de bestaande prioriteiten. De koers is gericht op de juiste zorg op de juiste plek, transformatie van zorg en ondersteuning, en beheersing van kosten. We streven naar effectiviteit en niet alleen naar directe kostenbesparingen. We willen grip hebben aan de voorkant Meer welzijn, minder zorg, meer collectief aanbod, meer ‘naar elkaar omzien’ in plaats van professioneel aanbod. Dit is allemaal onderdeel van de transformatie.
De kosten staan nog steeds onder druk, ook in de formatie. Hier willen we budget voor beschikbaar stellen.
Investeren in de toegang, in preventie en de transformatie zijn belangrijke middelen om te kunnen sturen op effectiviteit. We willen veel meer sturen vanuit de uitvoering, omdat de visie en het beleid op hoofdlijnen en veel deelterreinen goed staan. Denk aan de oplos-, ontwikkel- en uitvoeringsagenda’s en onderliggende visies. Een belangrijke voorwaarde voor de genoemde prioriteiten is een stabiele, professionele uitvoeringsorganisatie Wmo. We blijven sturen op de samenwerkwijze, de werkprocessen en vaardigheden die daar bij horen. Hierbij ondersteunen we de inwoner vanuit de drie vragen: ik wil, ik kan en ik heb nodig. Samen met de inwoner wordt gezocht naar de best passende oplossing en wordt besproken wat de inwoner zelf of zijn netwerk daaraan kan bijdragen. We investeren in het goed voeren van deze gesprekken. We blijven investeren in inkoop, contractmanagement, tarieven enzovoort, samen met andere gemeenten. We vinden dat het verstrekken van Wmo en Jeugd voorzieningen een vangnet moeten zijn mensen die het nodig hebben omdat ze het niet zelf kunnen organiseren of betalen.
Het is ook belangrijk om te investeren in wijkvernieuwing en zorgen voor een evenwichtigere samenstelling van onze wijken. Zo komt er een goede balans is tussen wonen, welzijn en zorg, tussen draagkracht en draaglast. Dit zorgt niet voor direct een verbetering morgen maar is essentieel voor de lange termijn.
Daarnaast intensiveren we onze lobby om het abonnementstarief af te schaffen. We zien dit als een lek in het systeem.
Het college kiest ervoor om de knelpunten binnen de uitvoering van de Wmo op te lossen en te investeren in de basis op orde binnen het sociaal domein. We willen hier € 600.000 voor vrijmaken. Richting de programmabegroting gaan we dit verder uitwerken. We nemen hier dan de knelpunten binnen dit programma én het programma Werk en inkomen in mee. De prioriteit ligt bij de uitvoering van de Wmo en meer datagedreven werken, we willen zo beter inzicht krijgen in de ontwikkelingen in het sociaal domein.
Daarnaast zien we mogelijkheden om via de regionale budgetten voor maatschappelijke opvang/ beschermd wonen meer strategische capaciteit vrij te maken.