Programma 2. Werk, inkomen en onderwijs
1. Wat willen we bereiken?
Dit programma is erop gericht dat mensen zoveel mogelijk mee doen in de samenleving. Een belangrijke voorwaarde om mee te kunnen doen is participatie, en vooral het hebben van werk. Het hebben van werk zorgt veelal voor een betere inkomenssituatie. Daar zetten we dan ook zoveel als mogelijk op in. Uitgangspunt is om aan te sluiten bij de talenten, mogelijkheden en behoeften van inwoners (zie ook programma 1. Zorg en welzijn). Aan onze inwoners vragen we om hun leven zoveel mogelijk naar eigen vermogen in de hand te nemen. Wanneer het niet vanzelf gaat, bieden we ondersteuning. We kijken integraal naar de problematiek van de inwoners, bijvoorbeeld in een combinatie van zorg, werk, schuldhulpverlening en armoede-ondersteuning.
Onze inzet rond onderwijs is gericht het bestrijden van achterstanden, de goede aansluiting op eventuele zorg daaromheen en (uiteindelijk) het behalen van een startkwalificatie.
2. Wat zijn de bestaande prioriteiten?
Wij werken in dit programma op vier thema’s:
- participatie (werk en inkomen)
- (regionale) arbeidsmarkt
- armoede en schulden
- onderwijs en onderwijshuisvesting.
Op alle thema’s hebben we de beleidsvoornemens 2020 opgepakt en de dienstverlening aan onze
inwoners ingezet conform onze plannen.
3. Wat zijn de belangrijkste knelpunten?
Het algemene beeld van het programma is dat prioriteiten uit de programmabegroting gerealiseerd worden. Wel worden er knelpunten geconstateerd op het gebied van capaciteit voor beleidsontwikkeling en invoering van nieuwe werkwijzen na experimenten/ pilots. Via bestaande budgetten (participatiebudget en gelden voor de invoering van de inburgeringswet) breiden we de formatie uit met 4 fte.
We missen strategische beleidscapaciteit op het gebied van werk & inkomen.
In de uitvoering is extra inzet voor kwaliteitszorg en applicatiebeheer (sociaal domein breed: Werk & inkomen én Zorg) van belang. Het capaciteitsvraagstuk in de uitvoering wordt deels opgevangen met tijdelijke middelen.
Voor onderwijshuisvesting, een wettelijke taak, staan diverse ontwikkelingsprojecten op stapel waar. Op dit moment worden deze gerealiseerd via extra inhuur.
Gewenste extra capaciteit | Aantal fte |
Strategische beleidscapaciteit | 1 fte |
Bedrijfsvoering (kwaliteitszorg) | 1 fte |
2 fte |
4. Wat zijn de effecten en dilemma's door de COVID-19 crisis?
Vanwege COVID-19 hebben we op twee punten nadrukkelijk ingezet:
- Uitvoering TOZO voor ondernemers die in de problemen komen.
- Onderwijs en opvang voor cruciale beroepen en voor gezinnen in kwetsbare situaties
Het is nog onduidelijk in hoeverre we hier als gemeente voor gecompenseerd worden.
Daarnaast zien we samengevat de volgende punten:
- We verwachten een groei van de bijstand, in eerste instantie door instroom vooral van jongeren, flexwerkers en ZZP (mensen met geen tot weinig recht op WW). Afhankelijk van de snelheid van herstel van werkgelegenheid komt de uitstroom naar werk weer op gang.
- De inburgeringsactiviteiten liggen stil. Enerzijds zijn trajecten voor inburgering en taal gestopt. De herstart zal niet in een keer opgepakt kunnen worden. Anderzijds komen er geen verwijzingen vanuit het COA; Daar ontstaat dus ook achterstand m.b.t. inburgering.
- De werkgelegenheid in onze regio daalt als gevolg van COVID-19. We verwachten veel mensen zonder werk, waarvoor betere mogelijkheden zijn in andere sectoren. In de regionale arbeidsmarkt zetten we allerlei zaken in gang gericht op loopbaan oriëntatie (om)scholingsmogelijkheden van mensen die werk zoeken of van werk naar werk willen gaan.
- Landelijk is de visie dat we de kansen moeten zien om de arbeidsmarkt te vernieuwen in het verlengde van al uitgebracht rapporten (commissie Borstlap, WRR).
- Jongerenhebben aandacht/aanpak nodig. Daarbij zijn diverse mogelijkheden. De jongeren in de bijstand zullen weer zo snel mogelijk naar werk moeten instromen. Een deel van deze jongeren heeft geen startkwalificatie (als gevolg van groenpluk, krappe arbeidsmarkt). Zij kunnen wellicht terug naar het onderwijs worden geleid. Daarbij hebben we specifiek aandacht voor de kwetsbare groep jongeren vanuit voortgezet speciaal- en praktijkonderwijs (pro/vso).
- De situatie van IBN is kwetsbaar. De productie is sterk verminderd (er is een hoog ziekteverzuim, mensen kunnen niet werken vanwege 1,5 meter, detacheringen zijn gestopt), de orderportefeuille is afgenomen. IBN heeft daarom omzetverlies. Zij kunnen geen gebruik maken van de NOW-regeling maar het Rijk gaat ze wel compenseren. In hoeverre dit toereikend is en voor de lange termijn is, is mede afhankelijk van de duur van de maatregelen en de economische ontwikkeling.
- We verwachten een groter beroep op onze armoedevoorzieningen en de bijzondere bijstand. We willen ook graag een goed bereik van mensen die het nodig hebben. Het budget Bijzondere Bijstand staat erg onder druk. Ook het aantal mensen met problematische schulden kan groeien. In de periode van COVID-19 hebben we diverse belastingen voor inwoners en bedrijven opgeschort. Het biedt de mogelijkheid om te kijken naar de gemeente als schuldeiser (in het kader van schuldhulpverlening). Het beroep op de regelingen voor armoede en schulden is de afgelopen jaren gestegen. We zijn erin geslaagd om het bereik te vergroten. Helaas zien we dat ook in economische voorspoed het aantal mensen dat een beroep moet doen op ondersteuning door de gemeente toe is genomen.
- Door het sluiten van de scholen, weliswaar met noodopvang voor vitale beroepen en kwetsbare gezinnen, verwachten we leerachterstanden bij kinderen en jongeren. In overleg met het onderwijs gaan we kijken hoe we hierop acties ter verbetering (inhaalslag) kunnen maken. Daarvoor zullen we ons Onderwijsachterstandenbeleid herijken of bijstellen. De invoering van de nieuwe aanpak Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en nieuwe financiering van de peuteropvang, die was beoogd voor augustus 2020, zal worden uitgesteld naar begin 2021. Op dit moment is er geen ruimte voor goede implementatie van werkprocessen en communicatie met ouders hierover.
5. Wat zijn de aanscherpingen in de prioritering?
We blijven inzetten op de huidige prioriteiten. De COVID-19 crisis heeft wel forse impact op dit programma. Het is nog steeds de vraag hoe groot de economische crisis wordt en hoe lang deze gaat duren. Zoals we al eerder toe hebben gelicht heeft dit veel effect op werk en inkomen en wellicht op armoede en schuldhulpverlening. We hebben hier nadrukkelijke aandacht voor.