Oss: een ondernemende woon – en werkgemeente
Het is een bijzondere tijd. In de eerste maanden van het jaar bereidden wij ons voor op het gesprek over de bestuurlijke prioriteiten en ambtelijke capaciteit. Begin maart spraken wij daar voor het eerst over in het college. De bedoeling was om in april daarover met de gemeenteraad in gesprek te gaan. Toen kwam de COVID-19 crisis en alles werd anders: de aandacht verschoof van de lange naar de korte termijn. Hoe garandeerden we de basis dienstverlening, welke ondersteuningsmaatregelen waren nodig, we richtten razend snel het werkproces voor de TOZO in, etc.
Met de gemeenteraad spraken wij af dat wij dit jaar geen traditionele kadernota zouden maken, maar een Prioriteitennota: een combinatie van de wat langere en korte termijn. Inzicht geven in het werk en ambities die er liggen, zodat de raad de kader stellende rol kan vervullen. Ideeën over de toekomst combineren met de gevolgen van COVID-19. En keuzes voorstellen. Deze ingrediënten vormen de Prioriteitennota.
Een winstwaarschuwing is hier op zijn plaats. We doen het met de wijsheid van nu, weten niet hoe de economie zich ontwikkelt, we weten niet of er een tweede golf komt. In Brabant is juist een nieuw College van GS aangetreden, dat eigen accenten zal leggen. Het Rijk introduceert nog steeds nieuwe ondersteuningspakketen en zal waarschijnlijk met Prinsjesdag met een beeld van de nabije toekomst komen. Veel is onduidelijk en met de beste aannames en ideeën van nu hebben we een soort richting hoe we denken ontwikkeld voor de komende jaren. We leggen dat graag aan de gemeenteraad voor.
We beginnen met een aantal richtingen voor en schetsen over hoe we naar Oss kijken. Geen volledig uitgedacht concept, maar een beeld dat kan helpen bij het gesprek over de toekomst en bij het kiezen waar de schaarse middelen naar toe gaan.
Oss in een notendop
Oss is een bijzondere gemeente: een provincie in het klein, een stadteland. Er is de stad Oss met circa 55.000 inwoners en een groot landelijke gebied met kernen met ruim 35.000 inwoners. We hebben de uitdagingen van een middelgrote stad en van een uitgestrekte platteland gemeente. Het levert een cumulatie van opgaven en kansen op, een profiel dat niet door een kenmerk wordt gedomineerd en voortdurend zoeken naar het beste voor de stad, de kernen en het buitengebied. Niet altijd makkelijk, maar zeker een geweldige job om hier de bestuurlijke schouders onder te zetten.
Oss ontwikkelt zich de komende jaren tot een middelgrote woon- en werkstad met omliggende dorpen richting 100.000 inwoners. We profiteren van de aantrekkingskracht van wonen in een stad met aansprekende voorzieningen gecombineerd met een prachtig buitengebied. Ondernemerschap en zorg voor elkaar gaan hand in hand. De zorg en aandacht voor elkaar speelt zich vooral af in de eigen sociale omgeving en voor wie dat ontoereikend is, vormt de gemeente een betrouwbare partner. Ons bedrijfsleven is breed van aard en biedt werkgelegenheid van uitvoerend agrarisch- tot high tech banen. Zowel de ruim 45 kilometer Maasoever, als Herperduin met alle variatie aan natuur zorgen voor nabijheid van rust, recreatie en landschappelijke schoonheid. Het beste van drie werelden, stad, de kernen en ons prachtige buitengebied.
We zijn goed ontsloten door het openbaar vervoer en de weg. Dat maakt ons aantrekkelijk voor onze eigen inwoners en zeker ook voor forenzen, die in de omliggende regio’s en soms ver daar buiten werken.
Maatschappelijke voorzieningen en ontmoeten
In Oss staat de kracht van de samenleving en het sociale netwerk voorop. Die kracht is een belangrijk fundament in onze samenlevingsopbouw. Wij zijn erop gericht netwerken en initiatieven van individuen en collectieven te verstevigen: zij weten het beste wat er speelt in een dorp of wijk en hun aanpak heeft vaak een grotere impact dan die van professionals. In de sociale verbinding en de initiatiefkracht van inwoners zit veel oplossend vermogen. Wij lopen er al langer tegen aan dat de huidige manier van werken van dorps- en wijkraden en onze gemeentelijke ondersteuning onvoldoende hierop zijn ingericht. Graag zetten we de gesprekken met de dorps- en wijkraden hierover met kracht door. Daarnaast kijken we in ons eigen huis op welke manier wij ons moeten organiseren om beter aan te sluiten bij de kracht van onze samenleving.
Oss kent een rijke schakering aan maatschappelijke voorzieningen: van oude tot gloednieuwe multifunctionele accommodaties, maar ook goed onderhouden sportparken. Deze voorzieningen faciliteren inwoners om hun eigen omgeving mede vorm te geven, met elkaar het dorps- en wijkleven te beleven en sociale netwerken te bouwen en onderhouden. Ze vormen het cement van onze samenleving en helpen om elkaar op een laagdrempelige manier te ontmoeten.
Er staan nieuwe projecten op de rol voor multifunctionele accommodaties en gemeenschapshuizen, maar de projectenkalender staat onder druk. Onze financiële situatie maakt het onmogelijk de komende jaren alle wensen te honoreren. Kunnen we van de nood een deugd maken en ons hier herbezinnen. Een eigen MFA lijkt een verworvenheid: ieder dorp of cluster van dorpen heeft er recht op! Daardoor is er in het verleden een hoeveelheid maatschappelijk vastgoed ontstaan die tezamen met scholen en sportgebouwen tot een overaanbod hebben geleid. En de recent uitgebrachte kerken visie maakt het nog pregnanter: een grote hoeveelheid religieus erfgoed zoekt naar nieuwe bestemmingen. Moeten we naast leegstaande kerken nieuwe wijkaccommodaties bouwen? Of kijken we naar slimme combinaties?
Ons maatschappelijk vastgoed kost veel geld: kapitaallasten, onderhoud en beheer. De vraag is of deze voorzieningen altijd in eigendom van de gemeente moeten zijn?
Als je het idee loslaat dat de eigen MFA de enige optie is, zijn er tal van mogelijkheden: een café of zaal, een sportkantine, een onderdeel van een zorginstelling. De pub in Engeland is de afkorting van public house: een particulier bezit, waar een deel van het leven van de gemeenschap plaats vindt. Willen wij afzien van het idee, dat ieder dorp, kern of wijk een eigen MFA moet hebben, dan kunnen we samen met inwoners, maatschappelijke organisaties en ondernemers kijken naar andere mogelijkheden voor ontmoeten. Laten we het nu niet bij een voornemen houden – zoals in het verleden – maar concrete stappen zetten.
Sociaal domein de komende jaren
In het sociaal domein zien we al een aantal jaren dat het gebruik toeneemt, terwijl de financiële middelen niet toereikend zijn. Hoewel het aantal zware casussen in de jeugdzorg licht is afgenomen, neemt het bredere gebruik in volume toe. Door het abonnementstarief bij de Wmo stijgt het gebruik zelfs explosief. Door COVID-19 verwachten wij meer inwoners in de bijstand, armoede voorzieningen en schuldhulpverlening. Het gebruik van de regiotaxi stijgt al jaren.
Zoals bekend ging de decentralisatie in het sociaal domein gepaard met flinke bezuinigingen en hoewel we incidenteel reparatiegeld ontvangen, is er structureel meer vraag dan we kunnen financieren met de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen. We hadden de intentie om het sociaal domein een gesloten systeem te laten zijn. Tot nu toe betalen we de tekorten van het sociaal domein met overschotten op andere beleidsonderdelen. Daardoor is een onevenredige financiële druk ontstaan op andere gemeentelijk taken en ambities. Dat vinden we op de lange termijn onwenselijk. Wat betekent dat voor ons? We gaan in ieder geval door met zoeken naar transformatievoordelen en proberen grip te krijgen op de kostenontwikkeling.
Ons uitgangspunt is eenvoudig en robuust. Voor wie het op eigen kracht of samen met haar en zijn omgeving niet kan, vormt de gemeente een springplank of betrouwbaar vangnet. Bedoeld om weer regie te krijgen over het eigen leven, maar zeker ook om een bestaan te garanderen dat er toe doet. In Oss laten we niemand vallen!
Om dit op de lange termijn houdbaar te laten zijn, stoppen we nog meer energie in de transformatie in de zorg en sturen we scherper op de uitvoering.
De al eerder ingezette transformatie beoogt onder andere: van zwaar naar licht, van individueel naar collectief, van curatie naar preventie, van professioneel naar maatschappelijk, van intramuraal naar ambulant, van verkokerd naar integraal. We lichten de vermaatschappelijking eruit: de primaire verantwoordelijkheid voor opvoeding nadrukkelijk bij ouders laten, de kracht van de samenleving versterken, professionele zorg beperken tot wie dat echt nodig heeft, schuldenproblematiek zien als een maatschappelijk en niet zo zeer als een individueel probleem en andere vormen van zorg/ondersteuning/hulp vanuit de samenleving benutten.
Met de samenwerkwijze zijn we daarmee op de goede weg. Volgende stappen zijn beter aansluiten bij diverse dorpen en wijken, waar ijzersterke organisaties/netwerken van mensen met initiatiefkracht,
verantwoordelijkheidsgevoel, organisatie talent en kennis van hun eigen samenleving actief zijn. De sociale coöperatie van Herpen, ‘Kom erin’ van Geffen, het BerghsLeven zijn voorbeelden waarbij de gemeenschap leidend is. Zij houden een dorp vitaler en weten mensen die aandacht nodig hebben beter te vinden. Ook in de wijken en buurten van de stad vinden we dergelijke voorbeelden.
Dat betekent dat wij meer investeren in voorzieningen dicht bij huis, de inwoner-inwoner relatie en mensen/netwerken ondersteunen die voor anderen zorgen. Formele en informele zorg kunnen veel meer door elkaar lopen, waardoor maatschappelijke waarde wordt toegevoegd. Aandacht voor laagdrempelige preventie in een laagdrempelige omgeving past daarbij. Onlangs stond in de Volkskrant een interview met David van Bodegom over gezondheid en ouder worden. Er stond een prachtige opmerking in over hoe we ouderdomsziekten kunnen voorkomen: “Waarom zou je miljarden steken in hightech-onderzoeken, als je weet dat je met een paar wandelschoenen van een paar tientjes zoveel schade kan voorkomen.” Nu is niet de beschikbaarheid van wandelschoenen het probleem, maar het gebruik ervan. Letterlijk de eerste stappen zetten, een wandelgroepje vinden, een stimulerende omgeving van gelijkgestemden met wie je twee keer per week loopt!
Dus investeren in het gewone leven, in de beweging van het overnemen van zorg naar bijstaan en ondersteunen, in preventie dichtbij zoals de wandelschoenen, inwoners die de kracht van sociale netwerken verstevigen en waar mogelijk afbouwen van de inzet van professionele organisaties. De sociale verbinding in onze samenleving, waar veel oplossend vermogen aanwezig is, en menselijke maatvoering zijn daarbij belangrijk.
Natuurlijk weten wij dat we met vrijwilligers en direct betrokkenen de opgaven in het sociaal domein niet oplossen. We romantiseren hun taak en rol niet. Uiteraard blijven professionele partijen hard nodig en leveren zij toegevoegde waarde. Maar ook zij moeten meer vermaatschappelijken.
Daarnaast willen we scherper sturen op de uitvoering in het sociaal domein. Beleidsmatig hebben we het staan. In de regio en in onze eigen gemeente. Nu zorgen we voor meer aandacht voor de toegang, de indicaties die worden afgegeven, de uitvoering, de hoeveelheid doorverwijzingen, de effectiviteit van zorg. Meer investeren in relevante data is daarbij nodig: gegevens verzamelen en deze gericht gebruiken voor de sturing in de uitvoering
Stadscentrum
Het stadshart van Oss is uitstekend geschikt om onze eigen inwoners en die van de omliggende dorpen te bedienen, met een gepast winkelaanbod en talrijke evenementen. Door internetaankopen verdwijnen winkels, het gedrag van de consument kent een eigen dynamiek. Deze trend is door ons niet te stoppen en vormt een belangrijk gegeven bij het nadenken over het centrum. Het centrum verandert van aangezicht en uitstraling en vermenging van functies is volop gaande. Het stadshart is niet langer exclusief een plek om te kopen, maar een plek om te zijn. Wij denken dat het concept van de compacte stad een prima leidraad biedt, maar willen de mate van compactheid voortdurend tegen het licht houden. Wij faciliteren de ontwikkelingen, bij voorbeeld door een transitiecoach, vergroening, wonen in het centrum te stimuleren, zonder het eigenaarschap van ondernemers over te nemen. En natuurlijk geven we met het nieuwe Walkwartier een enorme kwalitatieve impuls aan ons centrum.
Bij een stad en landelijk gebied van onze omvang hoort een levendig cultuuraanbod: de Lievekamp met een breed theateraanbod met landelijke, regionale en lokale artiesten en groepen, de Groene Engel met een eigenzinnige programmering en een kleinere doelgroep, een Uithuis – als onderdeel van het nieuwe Walkwartier - met tal van mogelijkheden voor onze inwoners om zelf invulling te geven aan culturele activiteiten. Wij vinden het vanzelfsprekend dat bijvoorbeeld de Volksuniversiteit naar het Uithuis gaat. Museum Jan Cunen hoort nu en in de toekomst bij Oss.
De Lievekamp vormt al ruim 50 jaar een onlosmakelijke onderdeel van Oss en dat willen we graag zo houden. Wij beoordelen of we een renovatie of eventuele nieuwbouw in het tweede helft van dit decennium kunnen laten plaats vinden. Daarom gaan we door met het positioneringstraject van het theater.
Bouwen voor de toekomst
Bij het bouwen gaan we voor variatie: kwaliteit boven kwantiteit, huur en koop door elkaar, inspelen op behoeften van doelgroepen en we maken onderscheid tussen bouwen in groeikernen en kernen waar vooral voor de eigen bevolking gebouwd wordt. Zeker in de kernen willen we vraaggericht bouwen. Het bouwprogramma moet niet uit een computer komen maar van echte mensen. Zoals gezegd zijn we een provincie in het klein: de centrum stad Oss waar een versnelling van de woningopgave mogelijk is; zoals in Berghem de afgelopen jaren is gebeurd. Ook in Geffen en Ravenstein zien we regionale groeipotentie. De overige kernen zijn meer op eigen ontwikkeling zijn gericht. We gaan voor een brede bevolkingssamenstelling, met inwoners die aan hun leefomgeving willen bijdragen. Bij alle bouwplannen is van belang dat de schaalsprong past bij het ritme van inwoners. Sociale verbinding, binding en verbondenheden zijn sterke punten van onze gemeenschappen en we willen niet groeien in een tempo, waarin de stenen snel gestapeld zijn, maar de menselijke maat verloren is gegaan.
Ondernemen en onderwijs
Onze bedrijventerreinen huisvesten kleine en grote bedrijven, met een breed producten- en dienstenpakket en zorgen voor werkgelegenheid voor inwoners van Oss en de wijdere omgeving. Die variatie geeft ons een breed profiel, waardoor we minder vatbaar zijn voor schommelingen in de economie. Natuurlijk raakt de COVID-19 crisis Oss hard, maar ook hier is diversiteit onze kracht. Daarnaast rusten we op een sterke arbeiders traditie, die nog steeds aanwezig is: het aantal banen voor lager en middelbaar opgeleide medewerkers is groot. Daarom is het voor ons van groot belang dat er een goed aanbod van beroepsopleidingen in Oss aanwezig is en blijft. Het VMBO en een stevig MBO horen bij Oss!
De Taskforce wonen en bedrijventerreinen zoekt op korte termijn naar nieuwe vestigingsmogelijkheden voor het Osse bedrijfsleven. Met Heesch-West faciliteren we de komende jaren grotere bedrijven, ook van buiten Oss.
Zuinig op ons klimaat
Op dit terrein hebben we ambities en zijn we realistisch. Tot 2030 werken we actief ons RES aanbod uit. We vervullen hier een actieve rol en voldoen aan onze opwekkingsopgave. Wij plaatsen windmolens op Elzenburg de Geer en in de Lithse polder. We zijn geen voorstander van windmolens in Stijbeemden. We staan open voor zonneparken. Ieder park van circa 14 ha zorgt voor een windmolen minder.
Op het gebied van de besparingsagenda hebben we vooral een faciliterende rol: we werken aan bewustwording, ontzorgen, maken met leningen mogelijk dat inwoners zonnepanelen op hun daken kunnen plaatsen. We brengen beweging, kijken naar ons eigen vastgoed, maar de grootste besparingen komen van onze bedrijven en inwoners. En bij de laatste spreken we zeker de woningbouw corporaties aan.
Voor wat betreft het gasloos wonen zetten we in op nieuwbouw en enkele wijken. Voor bestaande bouw volgen we het Rijksbeleid en leren we van ervaringen van vooroplopers.
Gebiedsvisie voor het buitengebied
Op dit moment werken wij aan de gebiedsvisie op het Osse buitengebied. Wij leggen de raad direct na de zomer voor hoe wij op hoofdlijnen naar de functies en mogelijkheden van ons buitengebied kijken. Waar kan intensieve landbouw, waar is plek voor de energieopgave, welke gebieden willen we landschappelijk laten zoals het is? Het is een eerste verkenning, die onderdeel wordt van de Osse omgevingsvisie. Het moet uiteindelijk een kompas voor de komende jaren vormen.
Meer ruimte voor de samenleving
Om de samenleving prettig te laten functioneren hebben overheden tal van activiteiten vergunning plichtig gemaakt en zijn er ruimtelijke en sociale procedures. Met al die regels en voorschriften hebben wij het regulerend vermogen van inwoners over genomen en op het bordje van de overheid gelegd. Van evenementen, dorpsfeesten, tuinhuisjes, schuldhulpverlening, Wmo verstrekkingen tot nieuwbouwwijk. Wij gaan erover, kijken mee, voorzien de samenleving van richtlijnen, regels en voorschriften. En onze inwoners spreken ons er vaak op aan en schuiven dan ook graag verantwoordelijkheden naar ons. We zijn vaak bedenker, scheidsrechter en beslisser. Het is ooit bedacht met de beste bedoelingen om een veilige en fraaie samenleving te stimuleren en rechtsgelijkheid te garanderen. Maar het doel is te veel naar de achtergrond verdwenen en de regels lijken leidend.
We hebben daarmee veel verantwoordelijkheid op onze schouders genomen. Dat versterken we door heel veel zelf doen! Wij maken bestemmingsplannen, wij doen het werk in het vergunningenproces, wij zijn van de gebiedsontwikkeling. Een deel van de samenleving verwacht deze rol van ons: bij onenigheid moeten wij dan hun buren in het gareel houden. Het kan ook anders.
Ten eerste kunnen kijken we naar wat er zonder onze bemoeienis sowieso mogelijk is. Afschaffen van welstand is daar een voorbeeld van. Maar er zijn veel meer terreinen waar we de ruimte voor onze ondernemende inwoners groter kunnen maken. Eenzaamheid aanpakken door dorps coöperaties, bouwen in eigen beheer, etc..
Ten tweede geven wij in onze nieuwe omgevingsplannen op hoofdlijnen aan wat we belangrijk vinden: van regels die van alles willen voorkomen naar doelregels. En tenslotte stoppen we met alles zelf willen doen: onze ondernemers en inwoners kunnen zelf aan de slag met vergunningen en bestemmingsplannen en wij vervullen een toetsende rol.
Daarnaast kunnen we veel kritischer kijken naar het uitvoeren van grote projecten. Nu doen we dat veel in eigen beheer. Dat kan anders, ondernemers, verenigingen, coöperaties en inwoners willen en kunnen veel meer zelf doen. Wij geven op hoofdlijnen aan wat we beogen, de samenleving benut de ruimte. Dat vraagt regie vaardigheden van ons, zakelijkheid, het lef om los te laten en helder zijn aan de voorkant. Partner van de samenleving zijn, het netwerk organiseren, partijen langjarig aan je binden.
En laat overigens duidelijk zijn dat er opgaven zijn waar wij nadrukkelijk de eigenaar van zijn: die taak moeten we vervolgens met verve doen en erop aanspreekbaar zijn.
Inzetten op digitalisering
Overal om ons heen horen we over Osse maatwerk: in het sociaal domein, in het ruimtelijk domein, in de bedrijfsvoering. Het positieve is de wezenlijke aandacht en betrokkenheid van veel mensen. Doorvragen en met andere oplossingen komen. Het echte gesprek voeren. En het zorgzame. Maar het zijn ook veel verschillende werkwijzen naast elkaar laten bestaan en het allemaal zelf willen doen.
Laten wij eens nieuwsgierig en op een open manier nagaan welk deel van onze externe en interne dienstverlening gestandaardiseerd en wellicht gedigitaliseerd kan verlopen. COVID-19 heeft de afgelopen drie maanden veel koud watervrees voor digitale hulpmiddelen laten verdwijnen. Er is veel mogelijk: een vergunning, een uitkering, een P&O maatregel. Het zijn repeterende processen, met telkens dezelfde stappen en vergelijkbare inhoud. Er zijn gemeenten die deze wijze van werken de snelweg noemen: maak het je inwoners zo makkelijk mogelijk om hun gewenst product te krijgen en zelf heb je er minder werk aan. Banken, zakelijke dienstverleners zijn ons al lang voorgegaan. Leidt het tot kwaliteitsverlies als we routinematige werkzaamheden op deze wijze standaardiseren, digitaliseren en toegankelijk maken? Niet als je eenmaal de koudwatervrees (enige weerstand in het begin) hebt overwonnen. Veel gemeenten werken met een soort verhouding dat 70-80% van de dienstverlening standaardwerk is en dat 20-30% complex is en maatwerk vraagt. Die 20-30% vormen de langzame weg, met persoonlijke aandacht, verschillende invalshoeken, multidisciplinaire bijdragen. Als we hier veel gerichter mee omgaan, niet dogmatisch te werk gaan en een goede balans vinden tussen de Osse samenwerkwijze en enkelvoudige vragen enkelvoudig behandelen is er een wereld voor ons te winnen en kun je de 70-30 omdraaien: 70% van de tijd naar de 30% die het echt nodig heeft. En als de samenleving meer oppakt, wordt die 70% inzet minder. Onze menselijke maatvoering blijft altijd: komt de inwoner er via de snelweg niet uit, dan zijn er altijd medewerkers om mee te spreken.
Versterking van onze organisatie
Zoals al eerder gemeld is Oss groot geworden door veel herindelingen. Die zijn op een uitstekende manier uitgevoerd en soepel verlopen. Maar we hebben te weinig aandacht besteed aan een functiehuis dat past bij een gemeente van onze omvang. Strategische slagkracht, senioriteit, omgevingsmanagement bij belangrijke maatschappelijke opgave, lobby’en in netwerken waar we nu afwezig zijn maar die voor Oss veel potentie bezitten. Op een aantal terreinen missen we het in onze organisatie. De benchmark die we vorig jaar hebben uitgevoerd onderschrijft dat. Daarnaast willen wij onze positie op de arbeidsmarkt behouden en daar horen salarissen bij die in overeenstemming zijn met de opgaven. Niet op alle terreinen in onze organisatie hebben we dat voor elkaar. We werken aan de verbreding van ons functiehuis, zowel door benoeming van een aantal mensen van buiten als meer mogelijkheden bieden voor eigen talenten.
Investeren vanuit een stabiele basis
Onze financiële positie staat onder druk. We zien de kosten in het sociaal domein (jeugdzorg, bijzondere bijstand, Wmo) sterk stijgen. We kiezen ervoor om op dit moment NIET te bezuinigen en om investeringen zo goed mogelijk op peil te houden. We willen vooral vasthouden wat we hebben! En blijven investeren vanuit een stabiele basis. We schuiven projecten wel op in de tijd en brengen hierin prioriteiten aan.
Om te zorgen voor een stabiele financiële basis en te zorgen dat de zorg beschikbaar en betaalbaar blijft, zien we ons genoodzaakt om de OZB in 2021 extra te verhogen met 5%, bovenop de jaarlijkse inflatie. Met deze extra stijging van 5% verwachten we ongeveer € 22,50 onder het landelijke gemiddelde uit te komen qua lastendruk. Dit is uiteraard afhankelijk van de ontwikkeling bij andere gemeenten.
Met deze extra verhoging ontstaat er structurele begrotingsruimte die ook nodig zal zijn voor het opvangen van reguliere 3O-ontwikkelingen en voor de financiële effecten vanuit de COVID-19 crisis. We stellen ons de opgave om door de meicirculaire en mede via bovenstaande extra OZB verhoging € 1,5 miljoen aan structurele ruimte te vinden in de programmabegroting 2021-2024. Deze structurele ruimte willen we inzetten voor:
- Uitvoering sociaal domein: € 600.000. Vooral voor de uitvoering van de Wmo en het toepassen van data-analyse om meer en beter inzicht te krijgen in de ontwikkelingen in het sociaal domein. Daarnaast zien we mogelijkheden om via de regionale budgetten voor maatschappelijke opvang/ beschermd wonen meer strategische capaciteit vrij te maken.
- Basis op orde en versnelling woningbouw / bedrijventerreinen: € 400.000. Dit is een hoge prioriteit. We hebben met de taskforce al een eerste belangrijke stap gezet. Om de basis op orde te brengen en om daarnaast een versnelling door te voeren willen we € 400.000 jaarlijks vrijmaken. Daarnaast brengen we in beeld of we extra capaciteit kunnen vrijmaken ten laste van toekomstige grondexploitaties. Dit voor bijvoorbeeld stevige projectleiders.
- Versterken gemeentelijke organisatie: € 500.000. Voor het versterken van de organisatie zetten we in op drie speerpunten: zorgen voor strategische slagkracht (verzwaring functiehuis), inzetten op programmatisch en projectmatig werken en digitalisering. Hiervoor is extra geld nodig.
De incidentele begrotingsruimte wordt vooral bepaald door de ruimte binnen de algemene reserve en de ruimte binnen de algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf.
We zetten de algemene reserve in om de extra kosten door de huidige COVID-19 crisis te betalen. We vinden het zeker acceptabel wanneer de algemene reserve hierdoor onder de norm terecht komt. We kiezen ervoor om geen concreet noodfonds op te richten (geen specifieke bedrag af te zonderen van de algemene reserve). We zijn alert op noodzakelijke maatregelen en zullen bij grotere besluiten deze altijd vooraf voorleggen aan de gemeenteraad.
We verwachten vanuit het grondbedrijf vrije ruimte in de jaren 2021 tot en met 2023 van circa € 21 miljoen. Hiervan valt circa € 13 miljoen in 2021. We willen met deze middelen het profiel van Oss langjarig kunnen versterken. Dit betekent dat we deze middelen strategisch moeten inzetten en alleen uitgeven aan investeringen die op termijn rendement opleveren. Rendement kan worden uitgedrukt in besparingen, maatschappelijke winst, voorfinanciering die na verloop van tijd geld oplevert.
We kiezen voor de volgende investeringsimpulsen:
- Bouwen voor de toekomst: € 10 miljoen over komende 3 jaar. Via de taskforce brengen we potentiële ontwikkellocaties in beeld. Een groot deel van de kosten zullen we gaan terugverdienen. Bij binnenstedelijke plannen en/of andere locaties zullen er ook verlieslatende complexen zijn. Hoe groot deze totale ruimte moet zijn is op dit moment lastig in de schatten. De taskforce wonen/ bedrijventerreinen gaat hier meer richting aan moet geven. Vandaar dat we voorstellen om voorlopig ongeveer 50% van de incidentele inkomsten binnen de ABR te houden (€ 10 miljoen over de komende 3 jaar).
- Dynamisch stadscentrum: € 2 miljoen. We willen het ontwikkelfonds stadscentrum aanvullen met € 2 miljoen. Focus ligt daarbij op:
- de ontwikkeling van het TBL terrein;
- inzet van leegstandsmakelaar om te komen tot een (nog) kleiner stadshart. Met daarbij een instrumentarium zoals subsidie of financieringsregeling die verhuizing en/of verbouwing aantrekkelijker maken.
- Voorzieningen voor ontmoeten, sport en cultuur: € 2 tot 3 miljoen. We willen richting de programmabegroting uitwerken of we met incidentele impuls een versnelling in de komende jaren kunnen realiseren. Het zwembad blijft hoog geprioriteerd. We blijven daarbij uitgaan van een sluitende business case. Voor de Lievekamp zetten we het positioneringsonderzoek voort en kijken we of we toch uiterlijk in 2022 tot een gericht investeringsbesluit voor ver(nieuw)bouw kunnen komen. Gezien de huidige financiële positie is het daarom belangrijk dat we ruimte binnen de incidentele middelen houden. Het verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed pakken we op vanuit het scenario "Natuurlijk moment". Dit betekent dat we op dit moment hiervoor geen extra investeringsgelden reserveren.
Beweging op basis van eigen kracht
Wij kijken met veel vertrouwen naar de toekomst van Oss. We staan er financieel goed voor, kennen een constructief politiek/bestuurlijk klimaat, onze samenleving is ondernemend en sociaal en onze medewerkers zijn betrokken, trots en loyaal. Ondanks COVID-19 zijn wij een robuuste gemeente met ruim 90.000 inwoners die van aanpakken weten. We blijven gewoon doen, koesteren ons breed profiel en hebben het met z’n 90.000 goed voor elkaar. Dat willen we graag zo houden. En met een blik op de toekomst willen we een aantal bordjes verhangen en/of verstevigen. Niet met een schok, maar op een evenwichtige manier die bij ons past. Hierboven hebben we een aantal vergezichten en richtingen beschreven. Samengevat komen die op het volgende neer.
- We groeien geleidelijk naar een woon en werk gemeente met 100.000 inwoners: met variatie in de breedste zin van het woord als vertrekpunt voor het bouwen en in een tempo dat past bij de inwoners.
- In de sociale verbinding zit veel oplossend vermogen. Daarom sluiten we meer aan bij het eigenaarschap in de samenleving en bieden we meer ruimte voor initiatieven.
- De transformatie in het sociaal domein intensiveren we door onder andere vermaatschappelijking van zorg en scherper sturen op de uitvoering.
- We willen niet overal van zijn, voeren niet alles zelf uit en vervullen vaker een regie functie
- We zetten in op standaardiseren en digitaliseren
- We versterken onze organisatie passend bij onze rol en omvang
- We blijven een financieel solide gemeente, die durft te investeren in het toekomst bestendig houden van onze samenleving.